Onlangs was ik te gast bij het Diamantmuseum Brugge, opgericht in 1999 door de van oorsprong Deense burgerlijk ingenieur mijnbouw John A. Rosenhoj en zijn echtgenote Türkan Rosenhoj. Vóór de start van de rondleiding spraken we eerst over hun gezamenlijke passie voor diamant, de vele plaatsen waar ze ter wereld gewoond hebben, en vooral over hun project om diamantbewerking als Vlaams cultureel erfgoed te laten erkennen: “Het team van het Diamantmuseum Brugge heeft de afgelopen 18 maanden gewerkt aan de voorbereiding van het project. Aangezien de Belgische biercultuur, de frietkotcultuur en het Bloemencorso, naast de talrijke religieuze en folkloristische processies en vieringen, allemaal geregistreerd staan als immaterieel cultureel erfgoed, lijkt het vanzelfsprekend dat ‘diamantbewerking’ niet minder belangrijk is en verdient om erkend te worden als Vlaams/Belgisch (C’est du Belge!).”
Het Diamantmuseum Brugge heeft een unieke missie: het tonen van diamant in al zijn facetten, van exploitatie tot ‘consumptie’, met een nadruk op de historische rol die Vlaanderen in dit proces heeft gespeeld en vandaag de dag nog steeds speelt. Een centraal project voor het museum, en voor Rosenhoj persoonlijk, is het streven om de diamantbewerking erkend te krijgen als immaterieel cultureel erfgoed. “We leven in een tijd waarin industrieel erfgoed steeds meer gewaardeerd wordt, maar het vak diamantbewerking is nog onvoldoende zichtbaar voor het brede publiek,” legt hij uit.
Tijdens ons gesprek bladeren we door talrijke artikelen, zowel uit Deense als Vlaamse kranten en magazines, en werpen we een blik op het boek ‘Brugge Diamantstad’, dat John samen met historicus Ludo Vandamme schreef. Deze publicatie uit 1993 beschrijft de uitgebreide geschiedenis van diamanten in Brugge, zowel in de late middeleeuwen als in de 20ste eeuw, en vormt de basis waarop het museum is opgericht. John toont mij vervolgens het museum, dat een ware schatkamer van objecten en kennis blijkt te zijn. “Met meer dan 4.000 voorwerpen, waarvan 750 tentoongesteld, biedt ons museum een ongekende inkijk in de wereld van de diamant, van geologie tot handel en het diamantbewerkingsproces zelf,” legt John uit.
“Warme oproep: We verwelkomen graag gereedschappen of toestellen die niet langer in gebruik zijn, zodat we ze kunnen bewaren voor toekomstige generaties en onze collectie kunnen uitbreiden.”
Het museum richt zich ook op het opsporen en verzamelen van oude en hedendaagse machines en gereedschappen die verband houden met diamantbewerking. John doet daarbij een warme oproep bij de leden van het Syndikaat der Belgische Diamantnijverheid: “We verwelkomen graag gereedschappen of toestellen die niet langer in gebruik zijn, zodat we ze kunnen bewaren voor toekomstige generaties en onze collectie kunnen uitbreiden.”
Met een sterke educatieve missie biedt het museum dagelijks demonstraties van het diamantbewerkingsproces. “Onze bezoekers zijn vaak verrast door de complexiteit en finesse die nodig zijn om een diamant tot zijn volle pracht te laten schitteren. Het vergt niet alleen jarenlange ervaring, maar ook de juiste apparatuur en technieken, iets wat in Brugge en Vlaanderen al honderden jaren is verfijnd,” vertelt John. Tijdens mijn bezoek volgde ik samen met enkele Amerikaanse toeristen een 'Diamond Polishing Show', zorgvuldig uitgevoerd door medewerkster Clémentine, een twintiger die duidelijk gepassioneerd is door het diamantbewerkingsproces.
“Erkenning geeft zichtbaarheid aan het beroep en is cruciaal om de kennis en expertise door te geven aan de volgende generaties”
John Rosenhoj zet zich onvermoeibaar in om de diamantbewerking erkend te krijgen als immaterieel erfgoed: “Erkenning zou niet alleen een eerbetoon zijn aan het vakmanschap van de slijpers, maar het zou ook helpen om toekomstige generaties aan te moedigen dit vak, dat ondertussen geëvolueerd is naar een hoogtechnologisch beroep, te leren. Zonder waardering en zichtbaarheid verdwijnt de interesse, en dat zou zonde zijn voor een vak dat zo diep geworteld is in onze geschiedenis.” In Europa is er nog één secundaire school waar leerlingen kunnen kiezen voor de richting Diamantbewerking, namelijk De Stemstroom in Antwerpen. “Erkenning geeft zichtbaarheid aan het beroep en is cruciaal om de kennis en expertise door te geven aan de volgende generaties,” benadrukt hij.
Registratie op de Erfgoed Inventaris is een voorwaarde om in een later stadium erkend te worden als UNESCO immaterieel cultureel erfgoed, een ambitie waar John en Türkan zich sterk voor maken. “De rol van Brugge, Antwerpen, de Kempen en Vlaanderen in de uitvinding van bewerking van diamant op wereldvlak is onomstreden,” zegt John. "Het belang ervan wordt op professioneel niveau erkend, maar dit is niet altijd het geval bij het grote publiek. Hopelijk verandert dit door erkenning als immaterieel erfgoed. Onze medewerkers hebben contact gehad met alle belangenorganisaties in het land die verband houden met diamant en diamantbewerking, en we hebben gezien dat er een algemene consensus is dat diamantbewerking erkenning verdient, en dat dit het juiste moment is om een aanvraag voor erkenning op de Inventaris Vlaanderen van het Immaterieel Cultureel Erfgoed, die is opgesteld door de Vlaamse overheid, in te dienen. We hebben een conceptproject ingediend bij alle organisaties en instellingen binnen de diamantsector en hebben iedereen aangemoedigd om het te bekijken en, indien mogelijk, aanvullende ideeën, verbeteringen of correcties te bezorgen. Dit consultatieproces is erg belangrijk om aan te tonen dat we samen een zogenaamde 'erfgoedgemeenschap' vormen die in de toekomst kan samenwerken aan hoe de diamantbewerkingstraditie en de sector in stand worden gehouden."
Voor John Rosenhoj is deze erkenning meer dan alleen een eerbetoon aan het verleden. “De erkenning van diamantbewerking als cultureel erfgoed zou niet alleen de geschiedenis eren, maar ook een investering zijn in de toekomst,” besluit hij.